Yvette van Rijckevorsel

Yvette van Rijckevorsel

Aangemaakte reacties

15 berichten aan het bekijken - 31 tot 45 (van in totaal 75)
  • Auteur
    Berichten
  • In reactie op: 5 practica goed uitgewerkt (zuur-base-reacties) #153137

    Practicum 4

    Jouw reactievergelijking is niet helemaal juist:

    NaHSO4 + H2O -> Na+ (aq) + H3O+ (aq) + SO42- (aq) + OH (aq)

    Bij een zuur-base reactie ontstaat nooit én H3O+ én OH ontstaan… beiden reageren dan natuurlijk direct tot H2O

    Tips:

    – er is een natriumwaterstofsulfaat-oplossing. Jij noteert in je reactievergelijking natriumwaterstofsulfaat als een vaste stof. Wat is de juiste notatie van een (goed oplosbaar) zout in een oplossing?

    – Je laat goed zien te weten dat in dit geval het waterstofsulfaat-deeltje een zuur is en het water als base reageert. Denk nog even goed na over welke producten er dan ontstaan

    “Verklaringen: In de uiteindelijk reactievergelijking is er te zien dat er een zwavelzuuroplossing is ontstaan. Er is daar ook een H3O+ en dat is een zuur. Daarom werd het lakmoespapiertje rood, omdat er vooral veel zuur-deeltjes op het papiertje zaten.”

    Je verklaring is juist, maar dus niet consistent met je reactievergelijking waarin zowel H3O+ als OH ontstaan. Als je je reactievergelijking aanpast tot deze juist is, dan is alles consistent met elkaar.

    In reactie op: 5 practica goed uitgewerkt (zuur-base-reacties) #153136

    Goedemorgen Bob,

    Ik neem het weer even over van mijn collega’s om je verder te helpen. De bedoeling van de vraagbaak is inderdaad om je op weg te helpen door je vragen te stellen en/of hints te geven en niet om je direct een pasklaar antwoord te geven. Natuurlijk zullen we het je laten weten als je echt iets fout doet.

    Ik deel mijn antwoorden even op per practicum dat vind ik prettig!

    Practicum 3

    “Verklaringen: Zoals er in de reactievergelijking te zien is: Er is H2O (l) en SO2 (g). De SO2 komt dus vrij als een gas en SO2 is een ook een zuur, dus het is logisch dat het lakmoespapiertje rood is gekleurd. Want als een lakmoespapiertje rood wordt, dan zitten er vooral zuur-deeltjes op.”

    Lakmoes reageert alleen op de aanwezigheid van H3O+ ionen, niet op SO2. Je mist hier dus nog een reactievergelijking waarbij je laat zien hoe die H3O+ ionen ontstaan.

    Hint: je hebt 2 ‘dingen’ die met elkaar in contact komen

    1. nat blauw lakmoespapier

    2. zwaveldioxidegas.

    Kun je hier zelf een reactievergelijking vinden waarmee je kunt laten zien dat er H3O+ ontstaat?

     

     

    Beste Vincent,

    Oplossingen in de scheikunde worden in principe altijd gemaakt met gedestileerd of gedeminiraliseerd water. Ik vermoed dat dit voor fotografische procédés zeer belangrijk is om storende nevenreacties te voorkomen.

    Een 1% oplossing kan duiden op 1 volume procent of 1 massaprocent. Veel niet chemici zijn slordig bij het noteren om welke het betreft. Een veilige aanname is over het algemeen om uit te gaan van de aggregatietoestand van de op te lossen stof. Gelatine is een vast stof, dus ik neem aan dat het hier een massapercentage bereft. Dat betekent dat er per 100 gram water 1 gram gelatine opgelost dient te worden. Betreft het een volume percentage dan dient er 1 mL gelatine per 100 mL oplossing gebruikt te worden. Ik denk dat het percentage niet zo heel nauw komt, dus dan kun je 99 mL water gebruiken en aannemen dat volumeverandering als gevolg van het oplossen van de gelatine verwaarloosbaar is.

    Dit principe kun je vervolgens ook toepassen op de andere twee oplossingen, Hoewel ethanol ‘gewoon’ verkrijgbaar is is als 96% oplossing.

    Tot slot is je laatste vraag op twee manieren te interpreteren.

    1. de gebruikte stoffen zijn oplosbaar en de concentraties laag dus ik verwacht niet dat verwarmen nodig is. Mocht je echter merken dat de stoffen niet zo goed op willen lossen dan kun je het water verwarmen tot zo’n 80/85 graden zodat de stof makkelijker oplost. Filtreren is alleen nodig als de toegevoegde hoeveelheid stof te veel is om op te lossen. Dat lijkt mij hier niet het geval.

    2. Om gedemineraliseerd water te maken is een ionenwisselaar nodig. Dit is behoorlijk dure apparatuur en bij deze hoeveelheden niet interessant lijkt mij. Je kunt dit water meestal bij drogist of apotheek of online kopen, wordt bijvoorbeeld gebruikt in strijkijzers om kalkaanslag tegen te gaan. Je kunt ook gedestileerd water gebruiken. Dit maak je door water te verdampen, de damp op te vangen en weer te condenseren. Ook hiervoor is speciale apparatuur/glaswerk nodig. Echter condenswater uit de droger is ook gedestilleerd water. Je zou dit kunnen uitproberen. Het is vaak wel wat verontreinigd met stofpluisjes, dus even filtreren over een koffiefilter is dan handig.

    Beantwoord dit zo jouw vragen?

    Groeten,

    Yvette

    In reactie op: cis en trans-isomerie #150275

    Beste Suus en Willem,

    Je kunt niet van 1 C zeggen dat deze cis or trans is. Cis of trans gaat over ofwel een dubbele binding ofwel een ringstructuur en geeft informatie over de manier waarop de groepen gebonden zijn aan de dubbele binding of de ring. We spreken hier van informatie over de stereochemie van het molecuul. Je kunt dus zeggen dat een (deel van) een molecuul een cis conformatie heeft.

    Ofwel in de naam van het molecuul staat cis ofwel je moet dit zelf afleiden uit de structuurformule die gegeven is.

    Beantwoord dit jullie vraag of zouden jullie een specifieke opgave/vraag willen bespreken?

    Groeten,

    Yvette

    In reactie op: Rekenen zuren en basen #3497

    Beste Sven,
    Kan het zijn dat dit geen vraag is uit een schoolboek?

    De reactie die hier optreedt kunnen we veronderstellen vindt plaats tussen CO3(2-) en H3O(+) inderdaad omdat de hydroxide concentratie te laag is vanwege de ligging van het evenwicht.

    Zoutzuur is een sterk zuur, waardoor we aan mogen nemen dat al het zoutzuur volledig weg reageert met het carbonaat, waardoor deze zuur-base reactie een aflopende reactie is.

    Ik heb even de berekening van de carbonaat-oplossing doorgerekend en deze lijkt juist te zijn. Om aan de oorspronkelijke hoeveelheid carbonaat te komen moet er echter nog 5*10^-3 bij opgeteld worden van het carbonaat dat reeds omgezet is tot waterstofcarbonaat. Daarbij verwaarloos ik het tweede evenwicht omdat de hoeveelheid waterstofcarbonaat dat doorreageert verwaarloosbaar klein zal zijn gezien de ligging van dit evenwicht.

    Totale start hoeveelheid carbonaat was dus 6,24 * 10^-3 mol.

    De hoeveelheid zoutzuur is minder, 0,1 * 10^-3 mol. Dus inderdaad is hier sprake van een ondermaat. Echter omdat we hier te maken hebben met een sterk zuur en een ontwijkend gas (CO2) zou de aanname gedaan mogen worden dat er ook 0,1 * 10-3 mol carbonaat weg reageert.

    Vanuit de nieuwe carbonaatconcentratie kan middels dezelfde evenwichtsvergelijking de nieuwe pH berekend worden door gebruik te maken van een BOE schema.

    Deze benadering zal ons niet de exacte pH opleveren maar wel een redelijke benadering. De exacte berekening van de pH valt buiten de examenstof die verwacht kan worden van een middelbare schoolleerling.
    Indien een dergelijke vraag aan een middelbare school leerling gesteld wordt zal de opgave altijd expliciet vermelden in welke molverhouding het zuur met de base reageert en/of er een overmaat zuur gebruikt worden.

    Ik hoop dat dit zo duidelijk is, zo niet dan hoor ik het graag.

    Groeten,
    Yvette

    In reactie op: scheikunde zuren #3469

    Hoi Tijn,

    Dit zou je op enig punt uit je hoofd moeten leren. Het is echter niet zo dat iedere lesmethode dezelfde volgorde hanteert.
    Wellicht dat dit je helpt. Je hebt zeker weten al de alkanen geleerd: methaan met 1 C, ethanol met 2Cs, propaan met 3Cs, etc.
    Methaanzuur is dus een stof met 1C. Het achtervoegsel ‘zuur’ geeft aan dat er op 1 C van een alkaan zowel een =O én een -OH groep zit. Kun je nu het molecuul tekenen en er een molecuulformule van maken?

    De H van de OH groep kan afgestaan worden als H+ waarbij er een O- (O met een min-lading) achterblijft. Dit kan alleen omdat er aan dezelfde C óók een =O vast zit. Waarom dit zo is leer je in V5 of V6.
    Omdat deze H+ afgestaan kan worden is het molecuul zuur.

    Kun je nu alles omzetten in molecuulformules en de reactievergelijking opstellen?

    Groeten,
    Yvette

    In reactie op: chlorination reactie met POCl #3402

    Beste Yasmine,

    Hoewel ik wel een idee heb, is het lastig je vraag te beantwoorden zonder de exacte uitgangsstoffen en reagentia te weten.
    Kun je vertellen wat precies je uitgangsstof is door bijvoorbeeld de naam van de stof te geven of de structuur duidelijk te beschrijven? En of er naast POCl nog meer reagentia aanwezig zijn, bijv. zuren of basen?

    En kun je aangeven welke opleiding je doet, zodat ik kan inschatten op welk niveau ik je moet helpen (wat je wel/nog niet hebt gehad)?

    Met vriendelijke groeten,
    Yvette

    In reactie op: Chemisch rekenen #3250

    Beste Hans

    Kun jij de berekeningen die je tot nu toe hebt geven?
    Dan geven wij aan of ze wel/niet juist zijn en helpen we je met de volgende stap.

    Met vriendelijke groeten
    Yvette

    In reactie op: analyse van een batch #3195

    Hoi Jiske,
    Kun je even intypen wat je tot nu toe berekend hebt dan kijk ik even mee wat wel/niet lukt en waar je vast loopt.

    groeten
    Yvette

    In reactie op: Chemisch rekenen #3191

    Hoi Jan,

    Om c1 te berekenen moet je het massa percentage van de geconcentreerde HCl oplossing omrekenen naar een molariteit, dus aantal mol per liter.

    Ga er voor het gemak bij deze berekening even vanuit dat je 1 L oplossing gebruikt. Kun je dan met de dichtheid de massa van deze 1L geconcentreerde HCl oplossing berekenen?

    Vervolgens kun je uitrekenen wat de massa HCl in 1L van deze oplossing is met het massapercentage. Via de malaise massa reken je dit om naar het aantal mol. Je hebt dan het aantal mol HCl in 1L geconcentreerde oplossing en dus c1.

    Laat maar weten of je er zo uit komt!?

    Groeten,
    Yvette

    In reactie op: analyse van een batch #3189

    Hoi Jiske,

    Ik ben heel blij dat je zelf inzag dat massa => mol betekent delen door de malaire massa!
    Je hebt nu berekend hoeveel mol ijzer er aanwezig us in 1 tablet. Dat is een goede eerste stap.
    Je wilt nu weten hoeveel tabletten je nodig hebt.
    Daarvoor bereken je eerst het aantal mol ijzeroxide (Fe2O3) in 0,35 gram. Kun je dit?

    Vervolgens bereken je met de molverhouding Fe in Fe2O3 het aantal mol ijzer in 0,35 gram ijzeroxide.

    Beide hoeveelheden in mol, ijzer in 1 tablet en ijzer in 0,35 g ijzeroxide, kun je vervolgens op elkaar delen.

    Kun je hiermee voorruit?
    Stel gerust een vervolgvraag!

    Met vriendelijke groeten,
    Yvette

    In reactie op: Reactiediagram #2981

    Beste Maxima,

    Antwoord op je eerste vraag:
    Een reactie is afgelopen tenminste 1 of meer van de reactanten/beginstoffen op is. Als er een beginstof op is, dan kan er geen product meer ontstaan.
    Dus in je diagram zou er een moment moeten zijn dat de hoeveelheid mmol van het product niet meer verandert, dus hetzelfde blijft. Op dat moment wordt er geen nieuw product meer gevormd en is de reactie dus afgelopen. Dit moment moet je in je diagram opzoeken en dan vervolgens kijken welke tijd in seconden er dan bij past op de horizontale as.

    Antwoord op je tweede vraag:
    Ik vermoed dat ammoniak een van de beginstoffen is. Klopt dat?
    In dat geval verlaag je dus de concentratie van een van je beginstoffen. De concentratie van je beginstoffen bepaald de snelheid van je reactie. Hoe lager je concentratie hoe….. (vul maar aan).
    Als je reactie sneller/langzamer gaat, wat gebeurt en dan met de tijd die nodig is om dezelfde hoeveelheid product te vormen, dus tot de reactie klaar is?

    Kun je hiermee vooruit?

    Laat het maar weten als nog nog vragen hebt!

    Groeten,

    Yvette

    In reactie op: Elektronen 3 voudige binding #2977

    Hoi Bram,

    Super! Dat is helemaal goed!

    Groeten, Yvette

    In reactie op: Elektronen 3 voudige binding #2975

    Beste Bram,

    Atomen hebben altijd evenveel protonen als elektronen, want dan is het deeltje neutraal. De protonen hebben een 1+ lading en de elektronen een 1- lading. Het zijn dus de deeltjes met een lading.
    Het aantal protonen bepaald het atoomnummer dus het soort atoom.
    Als je weet dat je ion bestaat uit een C-atoom en een N-atoom, dan kun je in binas van beide deeltjes het atoomnummer en dus het aantal protonen opzoeken.
    Als CN een neutraal molecuul zou zijn, dan weer je direct het aantal elektronen, want dat moet gelijk zijn aan het aantal protonen.
    Nu is CN niet neutraal, maar een ion met een 1- lading. Kun je dan bedenken waarom dit ion een 1- lading heeft?

    Laat ons maar weten of je er zo uit komt?

    Groeten,
    Yvette

    In reactie op: Reactiesnelheid en exotherme reactie #2921

    Goedemorgen Ruben,

    Vandaag mag ik je antwoorden.

    Je hebt helemaal gelijk dat bij een exotherme reactie het systeem energie afgeeft aan de omgeving.
    Als je de chemische energie/enthalpie bekijkt van je reactanten en vergelijkt met die van je producten dan zul je zien dat die afgenomen is, dus dat het systeem (je stoffen) energie hebben afgegeven. De omgeving is in dit geval je zoutzuur oplossing (en de lucht eromheen), je kunt meten dat hiervan de temperatuur toeneemt.

    Echter je systeem en omgeving zijn in dit geval niet strikt,van elkaar gescheiden, je omgeving en je systeem bevatten beiden dezelfde zoutzuur oplossing waardoor je in dit geval je systeem beïnvloedt met je omgeving.
    Dus door uitvoering van de reactie neemt de kinethische energie/enthalpie van zowel je reactanten als producten toe omdat er energie van een omgeving afgestaan wordt aan het systeem. Daardoor krijgen zowel de reactanten als de producten meer kinetische energie en heeft dit daarom geen invloed op het energieverschil (of slechts een klein beetje). Waardoor de reactie nog steeds daalt in chemische energie en dus exotherm is en energie blijft afgeven.

    Exotherm wil niet per se zeggen systeem kouder en omgeving warmer, maar systeem minder energie en omgeving meer energie.

    Is het zo duidelijk voor je?

    Met vriendelijke groeten,
    Yvette

    • Deze reactie is gewijzigd 1 jaar, 11 maanden geleden door Yvette van Rijckevorsel.
15 berichten aan het bekijken - 31 tot 45 (van in totaal 75)

Inloggen voor experts