Reactiesnelheid en energie
oefentoets Alle oefentoetsen

Oefentoets

Reactiesnelheid en energie

Deze oefentoets bestaat uit drie vragen over het onderwerp reactiesnelheid en energie.

De uitwerking vind je na het openen van alle hints. Let op, als er geen ‘Controleer antwoord’ knop staat, moet je zelf je antwoord controleren met behulp van de hints en uitwerking.

Vraag 1

André en Robbert willen weten hoeveel J er vrijkomt bij het aansteken van een aansteker. Ze nemen een aansteker en maken er 40 keer een vlammetje mee. Daarna wegen ze de aansteker opnieuw. Deze blijkt 0,15 gram lichter te zijn geworden. Verder hebben ze gevonden dat 2,9·106 joule aan energie vrijkomt bij de volledige verbranding van 1,0 mol C4H10 (aanstekergas).

a)

Geef de reactievergelijking voor de volledige verbranding van C4H10.

b)

Bereken uit de resultaten van de bovenstaande proef hoeveel joule gemiddeld vrijkomt bij zo’n vlammetje. Neem daarbij aan dat 0,15 g C4H10 volledig is verbrand.

Geef je antwoord in gehele Joules, je hoeft geen wetenschappelijke notatie te gebruiken. Je kunt je antwoord checken met de ‘Controleer antwoord’ knop.
Let op: op een toets verwacht een docent de hele berekening zoals in de uitwerking staat.

Vul een antwoord in.

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

Vraag 2

Insecten worden vaak opgegeten door andere dieren. Om dit te voorkomen maken insecten gebruik van bijvoorbeeld camouflage. De bombardeerkever gebruikt een wel héél bijzondere manier om vijanden af te schrikken: scheikunde!

Tekstfragment 1:

De explosie wordt veroorzaakt doordat tegelijkertijd twee exotherme reacties plaatsvinden: de ontleding van waterstofperoxide (reactie 1) en de reactie van hydrochinon met waterstofperoxide (reactie 2).

De vergelijkingen van beide reacties zijn hieronder weergegeven:

2 H2O2   → 2 H2O  +  O2 (reactie 1)
C6H6O2   +  H2O2   →  C6H4O2   +   2 H2O (reactie 2)

a)

Bereken de reactiewarmte van reactie 1 in J per mol waterstofperoxide(bij 298 K en p = p0). Maak hierbij gebruik van Binas-tabel 57/ScienceData 9.2 en ga ervan uit dat H2O als vloeistof ontstaat.

Geef je antwoord in kilo Joule (103). Je kunt je antwoord checken met de ‘Controleer antwoord’ knop. Let op: op een toets verwacht een docent de hele berekening zoals in de uitwerking staat.

Vul een antwoord in.

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

b)

Maak het energiediagram van reactie 2 af door de ontbrekende energieniveaus weer te geven met de bijbehorende bijschriften.

c)

Juist of Onjuist. Met behulp van het energiediagram en gegevens uit tekstfragment 1 kunnen we zeggen dat reactie 2 niet plaatsvindt in de verzamelblaas maar wel in de explosiekamer.

Je kunt je antwoord checken met de ‘Controleer antwoord’ knop. Let op: op een toets verwacht een docent de hele berekening zoals in de uitwerking staat.

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

d)

Juist of onjuist, de vloeistof in de verzamelblaas bevat te weinig waterstofperoxide dan nodig is voor de reactie met hydrochinon (reactie 2).

Je kunt je antwoord checken met de ‘Controleer antwoord’ knop. Let op: op een toets verwacht een docent de hele berekening zoals in de uitwerking staat.

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

Vraag 3

Waterstofperoxide kan ontleden in water en zuurstof:

2 H2O2 → 2 H2O + O2

Wanneer ook jodide aanwezig is, wordt een versnelde gasontwikkeling waargenomen. Men heeft vastgesteld dat het jodide als katalysator optreedt.

a)

Wat moet men, behalve dat een versnelde gasontwikkeling plaatsvindt, ook nog aantonen om vast te stellen dat jodide inderdaad als katalysator optreedt?

Bert en Dieke hebben een onderzoek uitgevoerd om aan te tonen dat jodide de reactiesnelheid vergroot. Ze gebruikten daarvoor oplossingen van kaliumjodide met verschillende molariteiten. Van de TOA hebben ze een 0,44 M KI oplossing gekregen. Met behulp van deze oplossing moesten ze een 0,33 M KI oplossing maken en een 0,22 M KI oplossing.

b)

Bereken hoeveel mL water aan 30 mL 0,44 M KI oplossing moet worden toegevoegd om een 0,33 M KI oplossing te verkrijgen.

Je kunt je antwoord checken met de ‘Controleer antwoord’ knop.
Let op: op een toets verwacht een docent de hele berekening zoals in de uitwerking staat.

Vul een antwoord in.

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

Het onderzoek van Bert en Dieke bestond uit drie proefjes met verschillende jodideconcentraties. In onderstaande tabel is de samenstelling van de oplossingen in elk proefje weergegeven.

Omdat de ontleding van waterstofperoxide exotherm is, is de snelheid van de ontleding te volgen door voortdurend de temperatuur van het reactiemengsel te meten. Op het moment dat de KI oplossing werd toegevoegd, werd de tijdmeting gestart. Vervolgens werd gedurende 120 seconden de temperatuur van het reactiemengsel gemeten.

In onderstaand diagram is het verloop van de temperatuur van het reactiemengsel voor elk van de drie proefjes weergegeven.

De gemiddelde reactiesnelheid voor de ontleding van waterstofperoxide wordt gedefinieerd als de gemiddelde afname van de [H2O2] per seconde en wordt uitgedrukt in mol L–1 s–1.

c)

Bereken de gemiddelde reactiesnelheid, in mol L–1 s–1, waarmee in proef III het waterstofperoxide is ontleed.

Aan het begin van elk proefje was de [H2 O2 ] = 2,7 mol L–1.

Rond af op 1 decimaal nauwkeurig en gebruik de letter e als het exponent in je antwoord (6,7*10-2 = 6,7*10^-2). Je kunt je antwoord checken met de ‘Controleer antwoord’ knop. Let op: op een toets verwacht een docent de hele berekening zoals in de uitwerking staat.

Vul een antwoord in.

Helaas. Het antwoord is niet juist. Probeer het nog een keer!

Klopt! Het gegeven antwoord is juist.

d)

Leg aan de hand van bovenstaand diagram uit dat de snelheid waarmee waterstofperoxide ontleedt groter is, als de [I ] groter is.

Bekijk ook eens

studiehulp icoon Organische chemie - reacties
Scheikunde | Vwo | 5
Oefentoets
Organische chemie - reacties
Oefentoets over addities, substituties en eliminaties.
Bekijk de toets
studiehulp icoon Reactiesnelheid
Scheikunde | Vwo | 4
Oefentoets
Reactiesnelheid
Oefentoets over katalysatoren en rekenen aan reactiesnelheden.
Bekijk de toets
studiehulp icoon Energie
Scheikunde | Vwo | 4
Oefentoets
Energie
Oefentoets over reactiewarmte en energieveranderingen.
Bekijk de toets
studiehulp icoon Zouten
Scheikunde | Havo | 4
Oefentoets
Zouten
Oefentoets over de naamgeving en formules van zouten.
Bekijk de toets
studiehulp icoon Molariteit
Scheikunde | Havo | 4
Oefentoets
Molariteit
Oefentoets over het berekenen van molariteit.
Bekijk de toets
studiehulp icoon Organische chemie - reacties
Scheikunde | Havo | 4
Oefentoets
Organische chemie - reacties
Oefentoets over reacties in de organische chemie.
Bekijk de toets
studiehulp icoon Organische chemie - naamgeving
Scheikunde | Havo | 4
Oefentoets
Organische chemie - naamgeving
Oefentoets over naamgeving in de organische chemie.
Bekijk de toets
studiehulp icoon Gehaltes (TGG, %, dichtheid)
Scheikunde | Havo | 4
Oefentoets
Gehaltes (TGG, %, dichtheid)
Oefentoets over rekenen aan volume, massa, dichtheid en ppm.
Bekijk de toets
studiehulp icoon Bindingen
Scheikunde | Havo | 4
Oefentoets
Bindingen
Oefentoets over bindingen (atoom, vanderwaals etc).
Bekijk de toets
studiehulp icoon Atoombouw
Scheikunde | Havo | 4
Oefentoets
Atoombouw
Oefentoets over protonen, neutronen en elektronen.
Bekijk de toets