
Deze oefentoets bestaat uit vijf vragen over het onderwerp gehaltes.
De uitwerking vind je na het openen van alle hints. Let op, als er geen ‘Controleer antwoord’ knop staat, moet je zelf je antwoord controleren met behulp van de hints en uitwerking.
Vraag 1
Beantwoord de volgende vragen.
Vraag 2
In ruwe olie zit 0,42 volume-% zwavel (dichtheid van zwavel is 2,07 g mL–1). Uit zwavel kan zwaveldioxide ontstaan:
S + O2 → SO2
Vraag 3
Bij een analyse van afvalwater blijkt dat er 75 mg ijzer(III)-ionen voorkomen in 1,00 L water. Neem voor de dichtheid van het afvalwater, de dichtheid van zuiver water.
Vraag 4
Aceton is een zeer vluchtige stof die snel verdampt. De TGG-waarde van aceton is 1780 mg m–3. Als in een ruimte van 4,5 m bij 3,0 m bij 2,8 m een hoeveelheid aceton van 1,3 mL volledig verdampt zou de TGG-waarde overschreden kunnen zijn.
Vraag 5
Volgens regelgeving mag in een klaslokaal niet meer dan 1200 volume- ppm CO2 aanwezig zijn.